Om te beslissen of hergebruik technisch en financieel haalbaar is, is er allerlei informatie nodig. Wij halen deze informatie vaak zo op:
Met deze informatie is te bepalen of het mogelijk is om een bouwproduct her te gebruiken. Daarnaast kunnen we met deze informatie en onze kennisdatabase een businesscase maken (demontage, logistiek en montage < inkoop nieuw). Het komt alsnog voor dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om dit goed te kunnen doen.
Wij vroegen ons af, kan dit met huidige technieken niet sneller en beter? Michel Martens heeft dit in 2015 onderzocht. Dit in opdracht van Repurpose en Stadgenoot. Daarbij is als basis de BIM informatie, die Stadgenoot over zijn vastgoed verzameld, gebruikt.
BIM wordt steeds meer gebruikt om gebouwen te ontwerpen en te bouwen. Wat handig is aan BIM is dat verschillende bedrijven aan hetzelfde Industry Foundation Classes bestand (IFC) kunnen werken.
Als het IFC model als ‘as build’ wordt opgeleverd kan de gebouwbeheerder dit model als basis gebruiken voor gebouwbeheer en onderhoud. Er zijn tools op de markt die het model als basis gebruiken voor het ophalen en schrijven van data. In die tools is onderhoudsinformatie te verwerken die weer niet in het IFC model zit.
Voor hergebruik is er aanvullende informatie nodig. Zo is er bijvoorbeeld meer info nodig om (automatisch) te kunnen bepalen wat de restwaarde van een binnenwand is. Welke informatie al beschikbaar is i.v.m. onderhoud staat in de tabel. Ook staat hier welke aanvullende informatie voor onderhoud in online tools worden verwerkt.
Uit het onderzoek blijkt dat niet alle nodige informatie opgeslagen kan worden in het IFC model. Een aanvullende database is de oplossing. In de tabel staat welke informatie voor hergebruik in zo’n database past.